
DORDRECHT . Mark Jongeneel (25) blinkt bij DFC wekelijks uit door zijn onopvallendheid. Schakelt zijn man uit en dicht zo veel mogelijk gaatjes. Voetbal is zijn uitlaatklep. DFC is zijn club, een voetballeven lang. Hij maakte als tiener het laatste jaar van de zondag mee, daarna de opmars van de zaterdag naar de tweede klasse. Dit seizoen knokken de Dordtenaren tegen degradatie.
© JAN VOLWERK
Mark Jongeneel werd op zijn zesde jaar lid van DFC en is er altijd blijven hangen. Zijn verdedigende kwaliteiten werden in A1 opgemerkt door Ron Verhagen, destijds trainer van het nog op een hoog niveau acterende eerste zondagelftal. ,,Eerst speelde ik zaterdag nog gewoon mee met A1 en op zondag bij het eerste, maar naar verloop van tijd was het voetballen in A1 verleden tijd. Een prachtige ervaring om mee te maken. Een deceptie was natuurlijk wel dat de prestatieve zondagtak na dat seizoen werd opgegeven en de spelers massaal vertrokken.’’
Onder zijn oude jeugdtrainer Laurens Gerlich belandde Mark Jongeneel in het eerste zaterdagteam dat in de vierde klasse moest beginnen. ,,Dat was natuurlijk wel weer moor. Het hele oude A1 werd zaterdag 1.’’
Onder Gerlich en later onder Paul Koster maakte Jongeneel de opmars naar de tweede klasse mee. Dit seizoen, onder Robert Mohan, moest DFC tot et einde knokken tegen rechtstreekse degradatie naar de derde klasse. ,,Dat werd ons gelukkig bespaard omdat we in de tweede seizoenshelft de nodige punten hebben gehaald.’’ DFC belandde wel in de nacompetitie. Nadat eerst Sparta’30 opzij werd gezet (1-0 en 1-1 red.) wacht nu nog een zware tweekamp met Tricht dat zeer overtuigend afrekende met Sleeuwijk. DFC speelt zaterdag eerst thuis.
,,We moeten het redden,’’ vindt Jongeneel. De degradatie zou vooral lullig zijn voor Robert Mohan. Een fantastische trainer. Jammer dat hij en ook Laurens Gerlich na dit seizoen vertrekken. Mohan heeft ook geen schuld aan de slechte prestaties. Wij hebben hem vooral voor de winterstop laten vallen. We zijn een vriendenteam. Al vanaf de jeugd. Maar vooral buiten de lijnen. In het veld bestaat dit DFC uit te vaak uit egootjes. Gelukkig beseffen we nu dat het twee minuten voor twaalf is en dat we er nog twee wedstrijden moeten staan. We hebben kwaliteit voldoende in huis om deze klus te klaren. Van Tricht weet ik niet veel. Ik hou me sowieso nooit met tegenstanders bezig. Ik zie zaterweg wie er tegenover me staat en daar bijt ik me in vast. Dat is ook mijn kracht. Ik ben conditioneel ook sterk. Ik loop veel. Soms wel eens te veel. Dan moet ik worden afgeremd. Techniek? Nee, daar heb ik het nooit van moeten hebben. Ik ben nooit een pleintjesvoetballer geweest.’’
Of DFC nu wel of niet degradeert, Mark Jongeneel zal ook komend seizoen bij DFC te bewonderen zijn. ,,Er gaan wel geruchten dat er wat spelers weg willen. Maar die geruchten zijn er elk jaar wel. Laten we hopen dat het niet gebeurt, maar ik zie mij niet snel verkassen,’’ aldus Jongeneel, die in het dagelijkse leven inmiddels weet wat hij wil. ,,Behalve voetballen is ook het lesgeven mijn passie. Ik wil docent maatschappijleer worden. Momenteel loop ik stage op het Stedelijk Dalton Lyceum en dat bevalt prima. Ik werk graag met jeugd. Of ik ook de jeugd bij DFC train? Dat heb ik wel gedaan, maar ik heb er momenteel de tijd niet voor.’’